Behandeling
Behandeling
Voor de behandeling
Het is belangrijk dat het dier schoon en droog aangeboden wordt, en in de twee uur voor de behandeling niet gewerkt heeft (kort wandelen en weidegang vallen hier niet onder). Voor honden verdient het aanbeveling niet te voeren in de uren voor de behandeling, zodat hij niet te vol zit. Geef je paard liever ook geen (grote hoeveelheden) krachtvoer voor de behandeling.
Tijdens de behandeling
De behandeling begint met de observatie van het dier in stand. Vervolgens voer ik een globale palpatie uit, waarbij ik het dier onderzoek op verharde, stugge, en/of gevoelige zones. Hierbij let ik ook op dingen als temperatuursverschillen en de vachtstructuur. Daarnaast wordt de beweeglijkheid van voornamelijk de wervels en ribben getest. Wanneer er geen directe aanleiding is, hoeft de beweging niet gedemonstreerd te worden, omdat opwarming van de spieren en gewrichten soms een vertekend beeld (of eigenlijk: gevoel) kan geven. Voor de behandeling kies ik de technieken die het meest voor het dier zullen doen, meestal is dit een combinatie van osteopathische technieken en acupunctuur of manuele lymfedrainage. Ik geef de voorkeur aan zachte technieken. Dit ziet er vaak erg saai uit, en het kan soms lijken alsof ik niets doe. Toch gebeurt er onder de oppervlakte erg veel, en is het effect in mijn ervaring sterker dan manipuleren (of "kraken"), wat hierna ook niet of minder nodig is. Indien nodig mogen dieren afgeleid worden met voertjes, speeltjes, en alles wat maar nodig is om ze rustig te houden. Bij honden kan het soms nodig zijn om tijdens de behandeling even gebruik te maken van een snuitje. Een behandeling duurt bij een hond zo'n 30 tot 45 minuten, bij een paard zo'n 45 tot 60 minuten.
Na de behandeling
Om de doorbloeding te stimuleren en daarmee de afvoer van vrijkomende afvalstoffen, kan het zinvol zijn om direct na de behandeling een wandeling van zo'n 30 minuten met het dier te maken. Dit kan eventuele spierpijn ook verminderen. Afhankelijk van de aard van de laesies wordt enkele dagen tot een week "rust" geadviseerd. Hierbij betekent rust niet volledige immobilisatie, maar aangepaste beweging. Voor paarden is het nuttig om zoveel mogelijk vrije beweging in de weide en/of paddock te krijgen. Dit kan eventueel gecombineerd worden met training waarbij het paard vooral in een voorwaarts/neerwaartse houding uitgenodigd wordt en aandacht besteed wordt aan de laterale symmetrie van het paard. Dit is wel afhankelijk van het rijniveau van het paard en de ruiter. In geval van honden moeten tijdens deze periode explosieve bewegingen, zoals wegsprinten, springen, achter een bal aanrennen, en (wild) spelen vermeden worden. Het beste is om regelmatig met de hond te wandelen, het liefst aangelijnd als de hond erg druk is. Daarnaast is het ook goed om je dier mentaal ontspannen te houden, wat betekent dat stressvolle situaties even gemeden moeten worden. Houd hier dus rekening mee in je schema met betrekking tot eventuele wedstrijden, trainingen en andere evenementen, plan geen behandeling in de twee weken voor een wedstrijd of een belangrijke training.
Hoe vaak?
Een behandeling werkt tot zes weken door, hierna kan bekeken worden of een vervolgbehandeling nodig is. In principe zijn één tot drie behandelingen voldoende. Als er chronische problemen zijn (zoals bijvoorbeeld artrose) zal het dier één keer in de zoveel tijd behandeld moeten worden. Afhankelijk van de ernst van de klacht en het overige management kan een dier langer of korter toe met een behandeling. Bij preventieve behandelingen is één behandeling voldoende, hierbij raad ik aan het dier één a twee keer per jaar te laten behandelen.
Sitemap
Contactinformatie
06 135 837 74
lucia.de.haan.26@gmail.com
Social media
Aangesloten bij
